Mijn praktijk zit op de eerste verdieping van het pand. Nadat jullie hebben aangebeld en ik de deur vanaf boven wijd opendoe, lopen jullie langs de catering de trap op naar boven. En vanaf de trap is er een paar meter te lopen voordat je mijn warm verlichte ruimte binnenstapt. Ik zie jullie aankomen en kom een stukje tegemoet. We zijn nog niet in sessie, maar ik ben al begonnen.
Nog voor ik jullie zo, na het brengen van koffie en thee, ga vragen hoe het nu met jullie is, weet ik het al. Ik heb het gezien en gevoeld. In de hal. Het is soms bijna tastbaar. In al zijn varianten. Zoveel spanning. Ingehouden woede. Op punt van tranen. Nauwelijks te onderdrukken emotie. Of op ijzige afstand. Bevroren. Verbinding verbroken. Een ragfijn laagje pijn over het van binnen afgewend zijn van elkaar.
En gelukkig ook, zeker verder in het traject: Openheid. In verbinding. Warm en dichtbij. Ontspannen. Dan stroomt het en voel ik mijn hart juichen voor jullie.
Het zit in manier van lopen, in jullie blik, in het wel of niet oogcontact, de afstand tussen jullie lichamen. Het zit in de begroeting van mij. Het zit in hoe de jas wordt uitgedaan en opgehangen. Het zit in het veld om jullie heen.
Onuitgesproken en zó aanwezig. De gevoelstemperatuur. Ik weet nog niet wat precies, dat hoor ik zo van jullie. Het waar hebben jullie me al laten voelen. Voorbij de woorden, voorbij ratio en redelijkheid. Daar gaan we aan het werk zo.
Het was er al in de hal.