Ze zitten naast elkaar. Tegenover mij. Zij met hun fauteuils tegen de muur, tafeltje ertussen. Ik precies in het midden van hen, aan de ‘’overkant’’. Met de positie van mijn stoel vertel ik al over mijn plek – Daar tussen hen. Ik ben er voor hem én voor haar. Ik sta ten dienste van de relatie tussen hen, de verbindingslijntjes.
Zo werkt het voor de samengestelde stellen, die antwoorden willen op het hoe van hun relatie en gezin, en daar waar herstelwerkzaamheden nodig zijn, in meer of mindere mate.
Scheiding
Nu is het anders. Ze liggen in scheiding. Hij wil stoppen, zij niet. Het ging in eerste instantie in goed overleg en liefdevol. Nu hij werkelijk ergens anders is gaan wonen, gebeurt er wat anders. Ze merken dat ze niet meer zo makkelijk kunnen praten, dat er wrijving ontstaat. Ze begrijpen elkaar niet meer. En ze hebben een zoon samen, naast allebei een kind uit een eerdere relatie. Ze willen het zo graag goed doen, deze scheiding. Voor hem.
Het ongeloof
Daarom zijn ze hier nu, bij mij. Vóór ze de praktische zaken definitief met elkaar afronden, eerst het emotionele proces van de scheiding aandacht geven, onder begeleiding. Ik zie hoeveel het vraagt van hen. Om hier te zitten samen. Het ongemak. De pijn. Misschien zelfs wel het ongeloof; zitten we hier echt?
Relatietherapeut
Zo’n confrontatie met waarin ze zich nu bevinden – zo ergens anders dan gedroomd en gedacht. Zij vertelt hoe graag ze, jaren eerder, met hem naar een relatietherapeut had gewild. Zij voelde ook dat ze elkaar aan het verliezen waren. Hij wilde toen niet en zij had zich er bij neergelegd. We komen er wel uit, had ze gedacht.
Pijn
En nu waren ze er toch niet uitgekomen. Zaten ze uiteindelijk toch bij een relatietherapeut. Voor het tegenovergestelde. Niet samenkomen, maar uiteengaan. Het doet verschrikkelijk veel pijn. Ik zie hoe hard ze werkt om het binnen te houden. En toch, de pijn is bijna tastbaar. Ik kijk haar aan. Ik vertel haar, met mijn ogen, zonder woorden, hoe ik haar kan voelen.
Hortend en storend
Dan breekt er iets open. De tranen vallen, de hand naar de zakdoeken op het tafeltje. Het doet ook iets met hem. Ik zie zijn geraaktheid. Hij worstelt zich door woorden heen, hortend en stotend. Hij weet niet zo goed waarom hij nou weg is gegaan. Hij weet alleen dat hij het te doen heeft. Er is geen ander. Niet nu in ieder geval. Het is iets in hemzelf, diep vanuit zijn buik, dat ‘nee’ zegt.
Afwijzing
Er is verwarring in het hoofd en veel helderheid in het hart. Middenin zijn losse zinnen wordt hij even overmand door het verdriet. Een traan. Instinctief steekt zij haar hand uit naar hem. Hij deinst nog net niet terug, maar de afwijzing is onmiskenbaar. Pijnlijk geschrokken trekt zij haar hand terug. Boem. We zijn even stil.
De stoelen
Opeens besef ik dat het zo niet klopt. De stoelen staan te dicht bij elkaar. En te veel naast elkaar. En het is niet meer zo. Dat is juist waar het hier over gaat. Het gaat om opnieuw de verhouding te zoeken naar elkaar, af te stemmen. De pijnlijke transitie van partnerschap naar ex-partners. Van intimiteit delen naar ouderschap delen.
Ik nodig hen uit de stoelen te verzetten. Op zoek te gaan naar waar hun stoel moet staan, op weg naar een andere verhouding. Ze schuiven. En schuiven. Ik zie hoe nauw het luistert, het is centimeterwerk. Nu wat te ver, nu wat te dichtbij. En als jij iets verplaatst, dan betekent dat ook wat voor mij. Een stoelendans.Meer ruimte
Ze laten me zo zien hoe delicaat en hoe precair het is, om zich opnieuw tot elkaar te verhouden. Als je dan niet meer mijn partner bent, waar ben je dan? En waar ben ik, als ik niet meer jouw partner ben? Waar kan ik los van jou en toch nog in contact met jou? Het duurt even. In stilte. Ze hebben wat tijd nodig. En dan hebben ze het. Ik zie het meteen aan hun lijf. Zo klopt het. Meer ruimte, meer adem. Meer jouw verdriet daar en mijn verdriet hier. De nieuwe realiteit. We kunnen beginnen.