We hebben net de zakelijke bijeenkomst afgerond. Beslissingen genomen, stappen gezet. Na een handdruk zeg ik gedag. Later op de gang, kom ik hem weer tegen.
Hij kijkt veelbetekenend naar de telefoon in mijn hand. “Ja” lach ik betrapt, “even checken of er berichten zijn. Kinderen, hè?”
Terwijl we de trap aflopen vraagt hij er belangstellend naar. En als altijd, elke keer weer anders, vertel ik dat ik 3 in-de-bonuskinderen heb en 1 eigen wondertje. ooi er nog een te snelle, nonchalante ‘leuk’ achteraan. Hij knikt en kijkt tegelijkertijd vragend.
“Ja, vind je het leuk?” zegt hij. Ik kijk nog eens naar hem. Hoor de wereld achter die vraag. Ik nuanceer en vraag het dan aan hem: “Jij ook?” Hij heeft er 2: zonen van zijn vrouw. Het gaat niet makkelijk.
Dat hij het zo eenzaam vindt. Zijn vrouw begrijpt het niet. Hij kan maar niet duidelijk maken wat een impact het allemaal heeft. Pas toen hij bijna met zijn koffers buiten stond, kwam er iets van binnen bij haar.
Ik knik. Zo herkenbaar. Ik hoor het vaak. Té vaak. “Er is geen besef van wat het vraagt” zeg ik. “Bij Stiefleven zeg ik niet voor niets: zelfs als het goed zit, is het ingewikkeld.”
Hij knikt en zucht nog maar eens. Op de parkeerplaats een warm afscheid.
Verbonden. We weten van elkaar. In de auto terug naar huis ben ik opnieuw blij met wat ik met Stiefleven doe.
Dit is waarom.